PUGLIA, het best bewaarde geheim van Italië

 

Januari 2019. We bekijken één van de vele reisaanbiedingen die via mail binnenlopen. Een fly&drive reis naar Zuid-Italië, meer bepaald naar Puglia in de hak van de laars. Eerst even kijken op een landkaart waar die regio zich juist bevindt en op internet wat er te beleven valt.  Puglia, of ook Apulië genaamd, ligt in het uiterste zuiden van Italië, op een boogscheut van het eiland Sicilië. En omdat de cocktail van natuur, cultuur en gastronomie prima lijkt te kloppen, beslissen we om midden april voor 10 dagen naar dat minder toeristisch gebied te trekken. Omdat het dan nog geen hoogseizoen is (de Italiaanse scholen hebben geen 14 dagen Paasvakantie zoals hier) wordt er vanuit Brussel enkel met tussenstop gevlogen op Bari of Brindisi.

Onze ontdekking van het authentieke Italië kan nu echt beginnen.

We starten in Lecce, de hoofdstad van het schiereiland Salento, ook wel het ‘Firenze van het Zuiden’ genoemd. De weelderige barokke pracht, de typische barocco leccese, vind je op elk plein en in elke straat. In portalen en ramen, in palazzi en op kerkgevels, op balkons en fonteinen. Overweldigend én soms overdadig. De lichte, roomwitte kleur van de lokale steensoort weet op elk moment van de dag het licht op te vangen en zorgt ervoor dat de stad het hele jaar door baadt in een warme gloed. Ook de bruisende sfeer in de binnenstad en de gastvrijheid van de inwoners maakt dat we met moeite afscheid kunnen nemen van deze levendige stad.

We trekken verder naar Gallipoli -Kallipolis of ‘mooie stad’ in het Grieks-, een eilandje in de azuurblauwe Ionische zee. Het eilandje is met een brug verbonden met het vasteland en in de zomer kan het er blijkbaar behoorlijk druk zijn door het veelvoud aan toeristen. Niet in april dus. We kuieren eerst rond in het stadje dat weer één grote barokke tentoonstelling is en vervolgen onze weg op de zeepromenade tot aan de grote burcht, gebouwd in opdracht van de Heren van Anjou, die in de Middeleeuwen de in- en uitvoer van goederen van het havenstadje moest controleren. Vandaag is het vooral een pittoreske verzamelplaats van de vele vissersbootjes die dobberen in de baai van Gallipoli. Een mooier plaatje voor een huwelijksreportage, waarvan we getuigen zijn, bestaat er niet!

En dan rijgen de kustplaatsjes zich aan de Adriatische Zee op korte afstanden aan elkaar. Torre dell’Orso met de fotogenieke Duo Sorelle, Otranto als meest oostelijk gelegen havenstad van Italië die haar charme wist te behouden als XVe eeuwe handelsplaats tussen twee werelden en verder Santa Cesarea Terme, gelegen op een heuvelflank boven de steile kliffen en dat als kuuroord voor elk probleem een heilzame werking garandeert. De kustweg slingert verder langs pittoreske vissershaventjes als Castro Marina, Tricase Porto en voor we het goed en wel beseffen zijn we aangekomen aan het laatste én laagste plekje van Italië, Santa Maria di Leuca, als finibus terrae, waar de Ionische en Adriatische Zee samenkomen. Verder geraken we niet met de auto of we moeten verder met de boot.

Voor ons is het duidelijk, de zuid-ooselijke kust van de Salento is één van de mooiste kusten die we ooit gezien hebben. Haar steile kliffen die in zee verdwijnen, de middeleeuwse wachttorens, de heuvels bedekt met een prachtige bloemenweelde, de diepblauwe zee, alles is gewoon adembenemend.

En het tweede deel van de reis moet nog beginnen.

We rijden weer 150km meer noordwaarts, richting Bari, en komen aan in de Masseria Montenapoleone in Pezzo di Greco di Fasano De benaming masseria staat voor een voormalig agrarisch bedrijf dat de vorm en grootte kan aannemen van een onafhankelijk vestingsstadje op het platteland en, naast een ommuring en een centraal binnenhof, bestaat uit een groot landhuis waar de eigenaar woont en enkele andere structuren die direct verband houden met het dagelijks werk van de landarbeiders. De ‘Masseria’ Montenapoleone klopt bij deze omschrijving maar ondertussen is er aan het oorspronkelijke ‘boerenerf’ veel veranderd, gerenoveerd en bijgebouwd. We wanen ons werkelijk van bij aankomst in de Tuin van Eden. Omdat de eigenares een rasechte Brusselse is en we dit adres geweldig vinden, willen we er later een woordje apart over schrijven.

 

 

 

 

 

Maar eerst gaan we verder op ontdekkingstocht door dat stukje paradijs in Zuid-Italië.

Als we in Ostuni belanden, het ‘witte stadje’ genaamd, regent het. Alhoewel het bezoek kort is, charmeert het stadje ons. Een labyrint van witte straatjes, trappen, muren en pleintjes, waar het ondanks de donkere wolken erg licht blijft. De kleur van de stenen maakt onze dag toch zonnig. Hier heeft het toerisme met zijn boetieks en souvenirshops duidelijk meer vat op het straatbeeld dan in de zuidelijker gelegen regio.We stippen onze volgende bestemmingen aan, eerst Monopoli, een lieflijk haventje aan de Adriatische kust, gelegen halverwege Bari en Brindisi, met een historisch centrum dat getuigt van een rijk verleden en daarna ietsje zuidelijker Polignano a Mare, één van de sterren van de Adriatische kust en dat zien we ook aan de vele toeristen. Gelegen op een 20m hoge klif, is het enigszins vergelijkbaar met het Corsicaanse Bonifacio. Het stadje dankt ook een deel van zijn faam aan een lokale beroemdheid, Domenico Modugno, de onvergetelijke vertolker van het lied ‘Volare. Oh oh. Cantare’.

 

 

 

 

 

De volgende dag rijden we de Valle d’Itria in. De vallei staat voor een rustig, glooiend heuvellandschap vol met grillig gevormde olijfbomen en lange rijen wijnstokken, waartussen pittoreske stadjes en dorpjes liggen. In de oude barokke stad Martina Franca, bovenop een heuvel van de Murge, dwalen we rond door straatjes en steegjes. Het centrum, daterend van de 10e eeuw, is nog quasi intact, vrij van autoverkeer en vol pittoreske pleinen. We laten er ons ook trakteren op de beroemde witte DOC-wijn van de stad. Topkwaliteit!

In de dorpjes Cisternino en Locorotondo genieten we vooral van de prachtige uitzichten over de valle d’Itria met een zee van olijfbomen en wijngaarden en ontdekken de eerste trulli her en der in het landschap. Deze ‘kabouterhuisjes’ werden in eerste instantie opgetrokken als schuilplaats voor de boeren en het vee maar werden daarna ook als huisjes ingericht. De bouwwijze was simpel: een ronde plattegrond, muren opgetrokken in kalksteen met een kegelvormig dak bedekt met dakpannen van de plaatselijke grijze kalksteen. Het stadje Alberobello werd beroemd vanwege zijn grote wijk goed bewaarde trulli en staat sinds 1996 op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Vanop een van de twee heuvels hebben we een uniek zicht op het stadje met het groot aantal trulli en we dalen verder het centrum in om een aantal huisjes, omgevormd tot souvenirwinkeltjes, te bezichtigen. Het zeer toeristische karakter van deze bezienswaardigheid moet je erbij nemen!

En dan volgt de kers op de taart. We rijden, op een 2-tal uren van onze verblijfplaats vandaan, de regio Basilicata binnen om Matera, de culturele hoofdstad van Europa 2019 én werelderfgoed, te ontdekken. Het in het lichte gesteente uitgehakte historische centrum bevindt zich op een van de plateaus van de Alta Murgia, boven een 20km lange ravijn waar ver in de diepte een (uitgedroogde) rivier stroomt.  Het uitzicht over de stad die je van op de heuvel gratis krijgt, geeft een indrukwekkend schouwspel van natuur en cultuur. We dalen af naar deze oudste stad van de wereld (samen met Jericho en Aleppo). De bijzondere sassi, een verzameling woonruimtes, kerken en andere behuizingen die uit de rotsen gehouwen zijn, zijn indrukwekkend. Alles ademt hier verleden uit. We worden er stil van. En zeggen dat er tot in 1952 in deze sassi werd geleefd alvorens de plaatselijke regering in andere en betere huisvesting voorzag. ‘De schande van Italië’ was voorbij. Nu wordt de stad steen na steen heropgebouwd, ook dankzij de hulp van de Europse Gemeenschap. De bekroning van het vele werk van de 2 laatste decennia vertaalt zich dan ook in de titel van Culturele Hoofdstad 2019. Volledig terecht!

Voor we de laatste dag terug op het vliegtuig stappen in Bari, hebben we nog even de tijd om deze grote havenstad te bezoeken. We lopen langs de vismarkt waar vissers hun vangst van de dag verkopen. Zeeëgels, oesters, calamares, ..  We laten ons verleiden tot 2 bordjes van deze superverse delicatessen. Ook het historisch centrum met o.a. de Basilica di San Nicola en de Cattedrale di San Sabino is de moeite van het bezichtigen waard. De Bari Vecchia verbaast met zijn decor van kronkelende steegjes en volkse charme. De was hangt uit de ramen, de mannen spelen kaart op straat en de vrouwen tonen de toeristen hoe je orechiette uit het deeg bereidt. Schitterend!

Op de terugvlucht bekijken we één na één onze foto’s van deze Puglia-reis. Hopelijk blijft het massatoerisme hier nog lang weg. Wij gaan zeker terug!

Masseria Montenapoleone

Via een poort en een statige inrijlaan tussen de olijfgaarden bereiken we het hoofdgebouw. Na een vriendelijke ontvangst worden we naar de ‘Limone’ suite gebracht waar we 5 dagen zullen verblijven. Een prachtige kamer onder gewelven in zeer authentieke stijl met werkelijk alle voorzieningen en met buitenterras. We hebben ogen te kort om al het moois op het terrein (van 35ha) in ons op te nemen, het  mooie ingerichte restaurant (met fijne beperkte kaart), de knusse serre waar het ontbijt wordt geserveerd (met vele huisbereide lekkernijen), het mooi aangelegde zwembad, het speciale gebouw voor huwelijksfeesten, werkelijk alles is tot in de puntjes verzorgd. Hier worden de gasten duidelijk in de watten gelegd. En op de wegjes tussen de verscheidene gebouwen vinden we massa’s citrus-, amandel- en vijgenbomen, artisjokplanten en de meest verscheiden weelderige bloemenpartijen. De Tuin van Eden ligt hier binnen handbereik.

Omdat we vernemen dat de eigenares van Brussel afkomstig is, willen we graag nog wat meer weten over deze prachtige site. En dat verhaal delen de fiere eigenaars (en zonen) maar al te graag met hun gasten.

De boerderij dateert van 1600 en bracht vooral granen, vijgen, amandelen en natuurlijk olijfolie op. Ze werd gebouwd bovenop een grot uit de jaren 1500.

 

 

 

 

 

De huidige eigenares, Mevrouw Van Gaubergen, kocht de boerderij samen met haar Italiaanse echtgenoot in 1999 van een familie uit Ostuni nadat ze meer dan 50 jaar had leeggestaan. Na 10 jaren van hard labeur werd de masseria in 2009 opengesteld voor het publiek met 5 suites. Vervolgens kwam er in 2012 het restaurant en het zwembad bij en na verdere uitbouw telt het domein vandaag 24 suitekamers die het hele jaar geopend zijn. En er zijn nog nieuwe plannen. De grotten zouden binnen afzienbare tijd omgebouwd worden tot wellnesscenter met binnenzwembad, sauna, jacuzzi, massagetherapie, enz.

Waar de naam ‘Montenapoleone’ van komt? Deze werd gegeven door de man des huizes, Dino Monteneve, die bij aanvang beslist om op zijn olijfgaard bomen uit Corsica te planten, samen met 3 andere soorten uit de regio. De olie hiervan kreeg de naam Monte-Napoleone. Diezelfde benaming voor de gerenoveerde masseria lag dus voor de hand.

Ondertussen zijn we al een tijdje thuis, gebruiken de Montenapoleone olie voor onze lekkere slaatjes, de Montenapoleone zeep in de douche en de Montenapoleone bodylotion .. van kop tot teen!

Voor meer info over dit prachtig domein :
– Email: info[a]masseriamontenapoleone.com
– Web: www.masseriamontenapoleone.com

 

 

Annemie Genbrugge

Dit bericht is geplaatst in Non classé. Bookmark de permalink.

Eén reactie op PUGLIA, het best bewaarde geheim van Italië

  1. Norbert schreef:

    Mooi, aantrekkelijk reisverhaal, we gaan ernaar toe einde april.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *